–

Monsieur le Bourgmestre, Monsieur l’Ambassadeur, Membre du Collège, Distingués Invités, en vos titres et qualités, et surtout vous les Jeunes Générations

Je m’appelle Yves Bassambi, je suis Conseiller Communal, Président de la Commission « Passé colonial belge » et Auteur de la Motion relative aux conséquences du passé colonial belge et aux manières de lutter contre ses effets qui a permis l’aboutissement de cette stèle.

Cette stèle, comme mes prédécesseurs l’ont dit, est un moment de recueillement, de souvenir et surtout d’hommage aux anciens combattants de la Force publique du Congo, aux Résistants et volontaires africains ayant disparu.

Mais entre nous, que savons-nous des Anciens combattants?

Les anciens combattants étaient des hommes simples mais qui ont goûté au sacrifice suprême, comme l’atteste le poème de Léopold Sédar Senghor « Hosties noires », écrit en 1948, 3 jours, 3 ans après la fin de la Seconde guerre mondiale:

Non vous n’êtes pas morts gratuits ô Morts!
Non vous n’êtes pas morts gratuits ô Morts!
Votre sang n’est pas de l’eau tépide. Votre sang n’est pas de l’eau tépide.
Il arrose épais notre espoir, qui fleurira au crépuscule.
Non vous n’êtes pas morts gratuits!
Il fait notre soif notre faim d’honneur, ces grandes reines absolues.
Non vous n’êtes pas morts gratuits. Vous êtes les témoins de l’Afrique immortelle.
Vous êtes les témoins du monde de demain qui s’ouvrira aujourd’hui.
Dormez ô Morts! Et que ma voix vous berce, ma voix de courroux qui berce que l’espoir

Monsieur le Bourgmestre, Monsieur l’Ambassadeur, Membre du Collège, Distingués Invités, et vous les Générations futures

Souvenez-vous toujours que ces Anciens combattants sont morts à des milliers de kilomètres de chez eux, embarqués de force dans une guerre qui n’était pas la leur mais qu’ils ont accomplie avec un sens du devoir et du sacrifice.

Nous mesurons aujourd’hui, le 8 septembre 2024, l’importance de leur courage, de leur volonté, de leur détermination. Ce sont pour nous tous, des êtres éternels car, mes chers amis, donner sa vie, pour les autres, n’est pas un acte anodin, c’est un geste inexprimable tant il dépasse l’entendement, l’exceptionnalité.

Monsieur le Bourgmestre, Monsieur l’Ambassadeur, Membre du Collège, Distingués Invités,

Leur courage, et vous les Jeunes Générations, leur courage doit servir d’exemplarité pour les générations actuelles et pour les générations futures. Nous devons nous en inspirer dans notre quotidien, dans nos vies, dans nos choix. Car le sens du devoir et du sacrifice, c’est également défendre avec ténacité, nos valeurs d’humanisme, de paix, de solidarité et de générosité, et c’est aussi refuser la violence où qu’elle soit partout dans le Monde sans concession et ni demi-mesure.

Monsieur le Bourgmestre, Monsieur l’Ambassadeur, Membre du Collège, Distingués Invités, et surtout vous, les Jeunes Générations,

Puisse le souvenir de nos morts, nous rappeler et surtout, interpeller nos jeunes concitoyens, que la paix, qu’elle soit extérieure et intérieure ne peut être maintenue sans engagement, sans volonté et sans besoin de justice.

Pour conclure, mes chers Amis, je terminerais par cette citation d’Antoine de Saint-Exupéry qui a dit un jour: « un disparu, si sa mémoire est correctement entretenue, est plus précieux et plus puissant que n’importe quel vivant ».

A tous nos Soldats morts pour la Patrie!!!
Vive la Belgique, Vive la République Démocratique du Congo.
J’ai dit et Je vous remercie

—

Meneer Burgemeester, Meneer Ambassadeur, Lid van het College, Geachte Gasten, in uw titels en kwaliteiten, en vooral u, de Jonge Generaties,

Mijn naam is Yves Bassambi, ik ben gemeenteraadslid, voorzitter van de Commissie « Belgisch Koloniaal Verleden » en auteur van de Motie betreffende de gevolgen van het Belgische koloniale verleden en de manieren om de gevolgen ervan te bestrijden die de voltooiing van deze stele mogelijk hebben gemaakt.

 Deze stele is, zoals mijn voorgangers zeiden, een moment van bezinning, herinnering en vooral eerbetoon aan de veteranen van de Congolese Openbare Weermacht, aan het verzet en aan verdwenen Afrikaanse vrijwilligers. Maar wat weten we onder elkaar over veteranen? De veteranen waren eenvoudige mannen, maar die het hoogste offer proefden, zoals blijkt uit het gedicht « Black Hosts » van Léopold Sédar Senghor, geschreven in 1948, 3 dagen, 3 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog:

Nee, je bent niet vrij dood, O Dood!
Nee, je bent niet vrij dood, O Dood!
Je bloed is geen lauw water.
Je bloed is geen lauw water.Het bewatert onze hoop rijkelijk, die in de schemering tot bloei zal komen.
Nee, je bent niet doodvrij!Het maakt van onze dorst onze honger naar eer, deze grote absolute koninginnenNee, je bent niet gratis gestorven.
Jullie zijn de getuigen van het onsterfelijke AfrikaJullie zijn de getuigen van de wereld van morgen die vandaag opengaat.
Slaap, o dood! En moge mijn stem je wiegen, mijn stem van toorn die alleen maar hoop doet wankelen 

Meneer de burgemeester, de heer Ambassadeur, lid van het College, geachte gasten, en u, toekomstige generaties,

Bedenk altijd dat deze veteranen duizenden kilometers van huis stierven, gedwongen tot een oorlog die niet de hunne was, maar die ze volbrachten met plichtsbesef en opoffering. Vandaag, 8 september 2024, meten we het belang van hun moed, hun wil, hun vastberadenheid. Voor ons allemaal zijn het eeuwige wezens, omdat, mijn beste vrienden, het geven van je leven voor anderen geen triviale daad is, het is een onuitsprekelijk gebaar omdat het het begrip en de uitzonderlijkheid te boven gaat.

De heer Burgemeester, de heer Ambassadeur, Lid van het College, Geachte Gasten,

Hun moed, en jullie, de Jonge Generaties, hun moed moeten als voorbeeld dienen voor de huidige en toekomstige generaties. We moeten er inspiratie uit putten in ons dagelijks leven, in ons leven, in onze keuzes. Omdat plichtsbesef en opoffering ook het vasthoudend verdedigen van onze waarden van humanisme, vrede, solidariteit en vrijgevigheid betekent, en het betekent ook het weigeren van geweld, waar dan ook ter wereld, zonder toegevingen en zonder halve maatregelen.

Meneer de Burgemeester, de heer Ambassadeur, Lid van het College, Geachte Gasten, en vooral u, de Jonge Generaties,

Moge de herinnering aan onze doden ons eraan herinneren en vooral onze jonge medeburgers uitdagen dat vrede, zowel extern als intern, niet kan worden gehandhaafd zonder inzet, zonder wil en zonder de noodzaak van gerechtigheid. Ter afsluiting, beste vrienden, zou ik willen eindigen met dit citaat van Antoine de Saint-Exupéry die ooit zei: « Een overleden persoon is, als zijn geheugen goed wordt onderhouden, kostbaarder en machtiger dan wie dan ook ».

Aan al onze soldaten die stierven voor het vaderland!!!
Lang leve België, lang leve de Democratische Republiek Congo.
Ik zei en bedankt